Je komt op de manege en je lievelingspony of paard loopt kreupel. Een grote vrees, want nu kun je hem of haar niet rijden. Dat is balen zeg, maar hoe komt het dat de pony of het paard kreupel is? Het is een van de meest voorkomende aandoeningen bij paarden. Het kan onschuldig zijn, maar ook vele malen erger met langdurige gevolgen. Wanneer is een paard kreupel? En wat is het verschil tussen bewegingskreupelheid en belastingskreupelheid?
Wat is kreupelheid?
Kreupelheid is een afwijking van het bewegingsapparaat van het paard. Botten, spieren, pezen, banden en gewrichten maken daar onderdeel van uit. Als een paard kreupel loopt wil dat zeggen dat het paard niet goed loopt. De regelmatige, normale bewegingen van de vier benen is verstoord. Dat heeft als gevolg dat het paard hinkt of mank loopt. Als een paard kreupel is, wordt vaak meteen de dierenarts erbij gehaald. De behandeling hangt af van het probleem. Bij de dierenarts wordt vaak een kreupelheidsonderzoek uitgevoerd waarbij er naar het paard wordt gekeken als hij stilstaat en als hij beweegt. Het kan dus heel erg verschillen hoe ernstig de kreupelheid is, hoe lang een herstel duurt en of een paard wel of niet weer volledig herstelt.
Wanneer is een paard kreupel?
Een paard is al kreupel wanneer het een of meer benen niet normaal beweegt en daardoor niet meer goed loopt. Soms kun je dit amper zien en lijkt het alsof alles normaal is en soms kun je het overduidelijk zien. Het paard staat op drie benen. Het is soms niet makkelijk om erachter te komen wat het probleem is. Een kreupel paard ‘valt’ vaak op zijn gezonde been als hij loopt. Het paard probeert het pijnlijke been beperkt te bewegen. Vaak beweegt het paard het hoofd ook veel om het pijnlijke been te ontzien.

Twee soorten kreupelheid
Er zijn twee soorten kreupelheid, namelijk bewegingskreupelheid en belastingskreupelheid. Het probleem bij de bewegingskreupelheid zit in het bewegen: het naar voren en naar achteren brengen van het been. Bij belastingskreupelheid heeft het paard pijn wanneer het zijn hoef op de grond plaatst. Wanneer hij het been dus ‘belast’. Als het paard pijn heeft tijdens het bewegen van zijn been, zit het probleem vaak boven in het been. Wanneer het paard pijn heeft bij het belasten, dan zit het probleem onder de knie of – als het gaat om het achterbeen – het spronggewricht.
Herkennen van een kreupel paard
Door het paard te longeren op een volte zowel op een harde als een zachte ondergrond, kun je kijken of het om belastings- of bewegingskreupelheid gaat. Denk bij een harde ondergrond aan bijvoorbeeld bestrating,en bij een zachte ondergrond aan het zand in de bak. Bij bewegingskreupelheid maakt het paard met het pijnlijke been een kortere pas naar voren. Hij wil het been zo min mogelijk bewegen. Dit is vaak goed zichtbaar op een zachte bodem. De kreupelheid kan meer zichtbaar zijn als het pijnlijke been aan de buitenkant van de volte zit, omdat het een grotere pas moet maken. Het voor- of achterbeen dat het verste bij je vandaan is. Bij belastingskreupelheid wil het paard het been zo min mogelijk belasten, dus snel neerzetten en weer optillen. Dit is goed zichtbaar op een harde ondergrond. De kreupelheid wordt bij belastingskreupelheid op de volte erger als het pijnlijke been aan de binnenkant (het dichtst bij jou) is, omdat deze meer wordt belast op dat moment.

Voorkomen
Kreupelheid kun je niet altijd voorkomen. De meeste paarden staan (gelukkig) veel buiten en bewegen veel op de wei of in de paddock. Ze kunnen dan weleens gek doen of een trap krijgen van een ander paard. Zelfs op stal kan het soms onvermijdelijk zijn. Ze kunnen gaan rollen of iets doen waardoor ze een blessure krijgen. Dan is het wel lastig om kreupelheden te voorkomen. Toch hebben maneges, eigenaren en ruiters ook een belangrijke taak in het voorkomen van kreupelheden.Denk aan het op tijd laten komen van de hoefsmid, rijden op een goede bodem en regelmatige en verantwoorde beweging.
Oorzaken kreupelheid
Er zijn dus heel veel verschillende oorzaken waardoor een paard kreupel kan worden. Soms is het ook niet altijd te voorkomen. De meest voorkomende oorzaken vind je hieronder.
- Hoefbevangenheid
- Hoefzweer
- Hoefkneuzing
- Mok
- Nageltred
- Zachte beengebreken (zwellingen van weefsels)
- Harde beengebreken (veranderingen aan het gewricht)
- Peesblessures
- Zwellingen of botbreuken
Tekst: Rianne de Bruin
Bron: Paardenarts
Foto: Casarsa Guru / Istock
Foto’s zijn slechts ter illustratie