Beginners en motivatie

Plezier hebben is voor beginnende (jonge) ruiters het allerbelangrijkste. Plezier in de omgang met hun pony of paard. Rijden komt vaak nog op de tweede plaats. Hoe gaan de instructeurs of ouders het beste hiermee om? Wat is een goede motivatie en wat kan er beter niet gedaan worden? We zetten eens vijf tips op een rij.

Complimentjes

Aan de beginnende ruiter, zeker als het een kind is, worden vaak veel complimentjes gegeven. Het is de kunst dit niet te overdrijven want opmerkingen en schouderklopjes moeten wél terecht zijn. Volwassenen maar ook kinderen hebben snel in de gaten wanneer complimenten niet gemeend zijn of niet waar. Overdrijven heeft vaak een negatief effect.

Verwachtingen

Verwachtingen (bijvoorbeeld over een volgende les,) die niet met zekerheid zullen uitkomen, zijn beter om niet uit te spreken. Ze geven snel stress en hebben geen goede invloed op het zelfvertrouwen van de beginnende ruiter. Dit zijn opmerkingen zoals ‘de volgende keer kun je misschien naar de les voor gevorderden’.

Aanmoediging

Te veel aanmoedigingen kunnen een tegenovergesteld effect hebben. Kort maar krachtig is goed maar niet TE.  Goedbedoeld leidt vaak onbedoeld tot een grote druk op de schouders.

Overstuur kind

Als de beginnende ruiter een kind is, dan is het belangrijk de emoties die soms ontstaan, te begrijpen. Voor volwassenen is een dag waarop het eens wat minder gaat niet zo’n punt want die denken ‘volgende keer beter’. Voor een kind kan echter een les die niet zo goed ging, heel belangrijk zijn. Als het zegt ‘Vandaag ging het zó slecht!’, is een antwoord als ‘Ben je er verdrietig over? Vertel eens wat er gebeurde?’ misschien beter dan ‘Volgende keer beter’. Op die manier te helpen, maakt dat het verdrietige gevoel begrepen en serieus gevonden wordt.

Leren van fouten

Faalangst en overdreven druk maken over fouten, kunnen zorgen voor niet echt genieten van de sport. Fouten maken hoort nu eenmaal bij het leren en het is prettig als dat ook duidelijk is. Het is niet erg om eens iets te verknallen. Elke sporter maakt fouten of heeft mindere dagen. Het gaat erom hoe daarmee wordt omgegaan en wat ervan geleerd wordt. ‘Doorgaan’ is de beste aanpak en zonder fouten is er geen vooruitgang.

Bron: CAP

Foto: iStock