(Lage) rugpijn verminderen op en om het paard

Bij paardrijden wordt het hele lichaam gebruikt, waardoor je lichaamshouding, coördinatie en lenigheid verbeteren. Al na korte tijd worden rug-, bekken- en buikspieren sterker. Heb je last van (lage) rugpijn, dan is het goed mogelijk dat die klachten snel zullen verminderen – mits je een goede houding hebt natuurlijk. Een ruiter met een juiste houding zit rechtop en gebruikt zijn rugspieren. Dat is goed voor met name lage rugpijn. Bewegingen van het paard bevorderen ook het op een goede manier bewegen van rug, heupen en bekken. Houd je toch last van je rug, dan zijn er mogelijke oplossingen, zowel vanaf de rug van het paard als ernaast.

Voorkeurskant

We zijn allemaal ongelijk, iedereen heeft een voorkeurskant: een kant die je het vaakst gebruikt en (daardoor) sterker is. Toch is het  belangrijk om je rug gelijkmatig te (leren) belasten.Begin met kleine dingetjes in huis, zoals het gebruiken van je zwakkere hand, bijvoorbeeld als je iets oppakt. Na een tijdje kun je alle (huishoudelijke) klusjes met beide handen doen. Ook op stal kun je proberen beide kanten te belasten. Als je rechtshandig bent, ga dan eens poep scheppen met links of neem de borstel in je linkerhand als je het paard poetst. Wissel de hand waarmee je een bezem gebruikt af.

Opwarmen en afkoelen

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat ook jij opgewarmd bent voordat je op het paard stapt. Ga, als het kan, lopend of fietsend naar stal, of doe iets anders van tevoren om je spieren op te warmen. Uitmesten, vegen of even wandelen met het paard.Een goede oefening op het paard aan het eind van de les, training of buitenrit is je voeten even uit de beugels halen om zo je benen te ontspannen. Ook een goed idee is om de laatste vijf minuten van het paard te stappen en ernaast te gaan lopen.

Rekken en strekken

Tijdens het rijden gebruiken we het onderste deel van de wervelkolom. de heup en het bekken het meest. Er zijn oefeningen die je kunnen helpen die op te rekken vóór en ná het rijden, zodat je minder last krijgt van spierpijn.

Kuit- en heupspieren. Kniel en houd het gebogen been in een hoek van 90 graden. Je oor, schouder, heup en knie zijn één verticale lijn. Strek het gebogen been nu een paar keer (niet doorbuigen maar gewoon stilhouden) en wissel van been.

Heup- en bilspieren.

  1. Ga naast een voorwerp staan dat ongeveer kniehoogte is, bijvoorbeeld een strobaal. Leg je voet met de buitenkant erop. Buig je knieën naar voren vanuit de heupen. Dit voel je aan de buitenkant van je bil. Houd dit 20 seconden vast, niet buigen. Herhaal dit en wissel dan van been.
  2. Wat lastiger: ga tegenover een vast voorwerp staan dat tot halverwege je dij komt (bijvoorbeeld twee hooipakjes). Leg je onderbeen haaks erop en buig je onderbeen bij de knie richting de vloer. Buig het bovenlichaam naar voren over het gebogen been. Dit voel je in bil en dij. Houd dit 20 seconden vast, niet doorbuigen. Wissel dan van been.

Natuurlijk is het verstandig om te overleggen met je arts of fysiotherapeut over deze en andere oefeningen. Krijg je pijn, stop dan met de oefening.

Bron: Hoefslag / Horseandcountry.tv

Foto: Pixabay