Tijdens de manegeles heb je misschien al eens een slangenvolte gereden. Dit is een pittige oefening, waarbij je je paard goed onder controle moet hebben en de goede kant op moet kunnen sturen. Hoe rijd je een goede slangenvolte?
Slangenvolte
Een slangenvolte noemen we zo omdat het een figuur is dat lijkt op een slang. Het bestaat uit een aantal bogen waarbij je steeds recht oversteekt van de ene lange zijde naar de andere lange zijde. Je kunt de slangenvolte met een verschillend aantal bogen rijden. Hoe meer bogen, hoe moeilijker het wordt. Deze oefening is goed om te meten hoe soepel jouw paard is. Het paard moet namelijk beide kanten op kunnen buigen, om deze oefening goed uit te kunnen voeren.
Uitvoer
Het is de bedoeling dat alle delen van het figuur even groot zijn. Zorg ervoor dat je in de bochten de goede stelling en buiging houdt en het paard mee laat kijken in de wendingen. Na de bochten is het weer belangrijk om het paard goed recht te maken zodat je recht oversteekt naar de overkant. Je paard moet dus niet naar buiten of binnen vallen. Gebeurt dit wel, blijf dit dan oefenen, je paard zal op den duur steeds rechter worden. Let er ook op dat je elke keer dat je de A-C lijn kruist ook van been wisselt.
Hulpen
Houd je binnenbeen lang en leg je buitenbeen iets naar achteren zodat de achterkant van je paard netjes achter de voorkant van je paard blijft. Let erop dat je goed in evenwicht blijft zitten en niet naar binnen of naar buiten gaat hangen. Kijk zelf ook goed waar je naar toe wilt en geef duidelijke hulpen.
Meer lezen over de slangenvolte? Lees dan ook het interview met dressuuramazone Nynke Herik!
Foto: Istock